dinsdag 5 januari 2021

Lijnwerking bij modeltekeningen

Lijnwerking bij modeltekeningen


Wat vertelt de lijn?

Het principe dat de gebruikte lijn ons iets over het materiaal moet vertellen, is niet beperkt tot modeltekenen. Bijvoorbeeld een boom of een ruw hek mag best met een stevige lijn getekend worden, maar een tere bloem als een roos moet wel degelijk met een dunne en gevoelige lijn getekend worden. Deze lijn beschrijft als het ware het materiaal. Is dat ruw, dan krijgen we een dikke lijn. Is het glad materiaal, dan nemen we een dunne lijn. 



Lijnwerking bij modeltekeningen
Lijndikte en optisch perspectief

Gebruik potloden met verschillende hardheid

We bereiken die verschillen in lijnen door potloden met verschillende hardheden te gebruiken. Hardheid B en dan vooral de hogere nummers als B2 en B3 zijn geschikt voor het tekenen van grover en ruwer materiaal (bijvoorbeeld een boomstam of een oud hek) en de neutrale of hardere nummers als H1, H2 etc., zijn geschikt voor de tere lijnen. (bloemen).

Vertellende lijnen bij modeltekenen

Bij modeltekenen kennen we deze lijnen die verhalen vertellen, ook. Hierbij gebruiken we zachte B-potloden voor zachte lichaamsdelen en hardere potloden voor de lichaamsdelen waar bot dicht aan de oppervlakte ligt en waar we dus met een harder oppervlak te maken hebben. Denk aan een schedel, delen van benen, zoals de schenen en dergelijke harde oppervlakken.

Het belang van anatomie

Als je bij modeltekenen met deze verschillende lijnen wilt werken, dan betekent dat wel, dat, je inderdaad iets van anatomie af moet weten. Want welke welving van het lichaam wordt nu door een spier veroorzaakt en welke door een bot dat flink aan de oppervlakte ligt? Aan de buitenkant zie je geen enkel verschil. Daarvoor zou je aan het model moeten gaan voelen. Maar de modellen zullen dat beslist niet zien zitten. En terecht.

Dus daar kom je als tekenaar of schilder ook niet zo ver mee. Nee, we moeten het echt wel hebben van wat meer anatomische kennis, als het niet al direct duidelijk is met wat voor oppervlak we te maken hebben.

Zachte en harde lichaamsdelen van een model

Zacht zijn natuurlijk de haren en kleding. Harder zijn ellebogen, heupen, enkels knieën en andere delen. Belangrijk is variatie in de lijndikte. Het maakt jouw modeltekening een stuk levendiger. Vergelijk het met een muziekstuk, dat maar uit één toon zou bestaan. Dat zou de top veertig waarschijnlijk niet halen. Variatie is bij muziek van groot belang. Maar niet alleen daar. Het geldt ook bij de lijnvoering van jouw modeltekeningen.

Lijndikte en optisch perspectief

En nog een punt met betrekking tot de lijndikte: Ook bij perspectief maken we in het algemeen gebruik van dikkere lijnen voor wat dichtbij is en steeds dunnere en lichtere lijnen, als het onderwerp verder weg is.

De juiste term voor deze manier om met behulp van de zwaarte van lijnen een vorm van perspectief te suggereren is “optisch perspectief.” En dat optisch perspectief kunnen we natuurlijk ook bij het modeltekenen toepassen, alhoewel de afstanden daar te klein zijn om deze techniek tot zijn recht te laten komen. Je praat namelijk hooguit over enkele tientallen centimeters van de voorzijde naar de achterzijde van het model.

Zie ook



Geklede modeltekenposes voor kunstenaars 


Ongeklede modeltekenposes voor kunstenaars 


2002 voorbeeldposes voor modellen

Meer informatie over Team Jetje

 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Wilt u ergens op reageren? Dat kan altijd. Geef uw reactie hieronder.